En daar staat ge dan,
Gebogen over mijn uitgescheurd hart
Als een wolf, en een rover in de nacht
Ik zie u gluren met uw ogen vol lust
Terwijl gij met uw tanden mijn ziel grijpt.
Mijn ogen tranen verdriet,
Wanneer gij mijn leven verteert.
Mij van het laatste restje leven onteert.
Ik zie u staan,
Gebogen over mijn levenloos lijf.
Al knarsend veegt ge het laatste stukje mens van tussen uw tanden.
Het kraakt