Namen.(herdenking in kerkgebouw)
einde kerkelijk jaar .
Hun namen Heer klonken zovele jaren,
herklinken in dit kerkgebouw…….
als klankbord van zo’n lange trouw
die wij her…..openbaren.
Zij vormden deel uit van ons al.
Wij mochten met hen U hier delen……
zij zongen tussen ons als een der velen
van Uw roemrijke daden in dit tranendal.
Hun naam wordt nu in stilte en gedachten
zo menigmaal gekoesterd en herhaald.
Zichtbaar zijn zij hier neergedaald
maar U verhoogde hen in ’t hemelse verwachten.
U schonk hen daar een nieuwe naam
om eeuwig te behouden.
Zij die U in geloof vertrouwden
riep U in heerlijkheid tesaam.
Wij bundelen in geloofskracht onze beden
die in de gouden wierookschaal
daar boven als een warm onthaal
blij samenvloeien in een boven en beneden.
Hun namen , straks hier uitgesproken
zijn opgegaan in reinheid en gena
en ik , die hier beneden ben en sta
ben in Uw ruimte uit de duisternis gebroken.
th.