Groot is het mannenlijf
naast haar op de bank in het park
Hij praat
over Benjispringen in vrije val
over bootraces en Australiƫ
Zij vertelt ook wat
over sterren in vrije val
over kamelen en vrouwen in theevelden
Als fosfor hangt de zomer
tussen hen in
Wanneer hij opstaat
haperen haar knieƫen
In haar buik klinkt
zo vreselijk bangelijk
de roep van het grote lege huis