kijkend, spuerend of ze er weer zijn,
voelend, scheurend overal de pijn.
denkend,huilend om dat was is geweest,
verdriet, pijn dat is er het meest.
ik zou willen vergeten
er niets meer van weten.
enkel vreugde en genot,
niemand doet nog rot.
kijkend, voelend hoe het gaat,
zie ik ze weer veel te laat.
het mes naderd en raakt me aan,
het voelt alsof ik weg moet gaan.
voelend, huilend om desnee gemaakt,
schreeuwend omdat het we zo raakt.
omdat ik mezelf alles verwijt,
dat jullie mes mij steeds weer snijd.
speurend,huilend wacht ik op de dag,
dat ik jullie niet meer zag.
tranen spoelen weg het bloed,
boos, omdat het mes het doet.
verlangend, wensend om een moment om te vergeten,
wensend voor een moment niets te weten.
niet te weten wat het met me doet,
het gaat zo niet lang goed.
pratend hoop ik ver te komen,
weer van een leven te kunnen dromen.
een leven zonder jongens die me snijden,
die ik constant moet vermijden.
ga uit mijn leven, ver bij mij vandaan,
zodat ik weer overeind kan staan.
laat me lachen, laat me leven
ik zal jullie aan moeten geven.
maar ik kan het niet, ik durf het niet
en dat ik was 1 van jullie ziet.
daarom ga je maar door en door,
tot ik hier niet meer hoor.
tot ik neer zal storten op de grond,
met een open gesneden wond.
jullie lachen, iedereen verdriet,
omdat iedereen mijn graf dan ziet.
dus laat me gaan, laat me dromen
dat er ooit een dag zal komen.
dat zes jongens gevangen zijn,
en ik vergeten kan al deze pijn