liggend in een bed vol
rozen
verlaat ik mijn kamer
buiten zie ik de bloesems
bloeien
mijn tuin zij floreert
als nooit tevoor
jij mag mij plukken
de doornen zij zijn
weggesneden
de blaadjes vallend
over elkaar heen
als een pirouet
omhelzend elkaar
vastgezogen aan
de stamper
trotserend de zware
storm die woed
in mijn hart
fier als ik sta in het
veld met bloesems
ik zal niet buigen of barsten
maar overeind blijven
met de liefde in mijn hart