Hoe kan jij nou verliefd worden op iemand die je af en toe maar eens tegenkom,
Bij mij sloeg je in ieder geval niet meteen in als een bom.
Iemand die eens voorbij loopt met zijn hond en ik verder nooit zie,
Ik ken je eigenlijk ook totaal niet.
Ja vaag van vroeger, uit de schoolbus,
Kan me herinneren, je had vast ook nog een zus.
Maar hoe vaker ik jou zie lopen,
Hoe meer ik begin te hopen.
Jij bent zo vriendelijk en je hebt echt een leuke lach,
Ik weet eigenlijk zeker dat ik je gewoon mag.
Gewoon lief, geen knappe vent of een stoer gedrag,
Maar aardig, al vanaf het begin dat ik je zag.
Telkens als jij voorbij loopt en ik binnen zit te kijken,
Sta je even stil bij mij huis, zou dat toeval zijn of zit je gewoon mijn huis te bekijken.
Ik weet het niet, het is lastig om in contact met je te komen,
Ondertussen zit ik wel steeds verder te dromen.
Het is toch vreemd om zomaar op jou af te stappen zonder een reden,
En trouwens dan krijg ik al knikkende benen.
Hoop dat ik op een dag jou eens mag spreken,
Maar wie weet heb ik me wel helemaal op jou verkeken.