Geef me vleugels.
Kom op.
Ik ben moe.
En mijn hart klopt sneller.
Dan normaal.
Kom op, laat me ontsnappen.
Uit deze droom.
En laat me vliegen.
Geef me vleugels.
Geef me vleugels,
Dan kan ik ontsnappen.
Met de vogels.
Naar het zuiden.
Want mijn hoofd doet zeer.
En ik haal geen adem.
Ik voel me ellendig,
Want de wereld is groot.
En ze slokt me op.
In een zwarte brei van wanhoop.
En daaruit wil ik ontsnappen.
Maar de kracht is weg.
Alleen door vliegen.
Kun je weg.
Weg van alles.
Geef me vleugels.
Laat me vliegen,
Weg van hier.
Als mijn hart weer klopt.
En mijn gevoelens barsten open.
Dan scheuren de vleugels.
Dan val ik.
Geef me vleugels, ik moet weg.
De wereld is te groot voor mij.
Geef me vleugels, die stevig zijn.
Zodat ik niet val.
In de gapende diepte.
Kom op, geef me vleugels!
Want mijn einde is nabij.
Overal is drukte.
Wanhoop, neemt een deel van mij.
Verdriet, scheurt een stuk van mij af.
Pijn, verwond mijn lijf.
Alleen zijn, breekt mijn hart.
Twee vleugels blijven over.
Ik ben weggevaagd.
Jij gaf me vleugels.
Gaf mij de kans,
Om door te gaan.
Jij gaf me vleugels.
Gaf mij de kans, om door te gaan.
Nu ben ik weg.
Mijn vleugels zijn een aandenken.
Koester ze.