Als de sterren schitteren
aan de koude hemel
als visioenen sluimeren
in de palm van je hand
Luister dan naar dit winterlied
geboren in de sneeuw
ze zweeft over de dalen
en de bergen zingen mee
Als je de toorts dreigt te verliezen
je leidraad in de fluwelen leegte
als het gezang van de vogel
slechts een verre echo is
Brand dan een kaars in je hart
ze zal jouw pad verlichten
naar het land van morgen
een eindeloze hoop
Daar waar de gloed danst
op het ritme van een lach
daar waar een droom
de blik wijd openspert
Als witte rozen fluisteren
‘toe maar, grijp de toekomst’
als ze hardnekkig vragen
om een fonkelnieuw begin
Kijk dan op een winteravond
in de ogen van de bleke maan
daar ligt een sleutel verborgen
de toegang naar de zon
Achter het ijsgordijn
ligt de wieg van het verschiet
omringd door wensen
in de schaduw van een zachte bries
Achter ieder kerstlicht
schuilt een kostbaar juweel
hier en nu,
de warmte en het samenzijn