als ik denk aan alle nachten,
waarin ik op jou ging wachten.
draait het alles voor mijn ogen,
omdat ik steeds weer besef, jij hebt tegen mij gelogen.
Gelogen over je gevoel,
gelogen over je levensdoel.
gelogen oer heel je leven
je had belooft niet op te geven.
En toch moet ik je missen iedere dag,
ik wou dat ik je weer zag.
ik zou zo graag enkele woorden met je spreken,
ik wou niet dat wij ven elkaar afweken.
En toch is dat gebeurd,
zijn wij uit elkaar gescheurd.
enkel en alleen omdat jij ging,
omdat jij deed dat afschuwelijke ding.
Maar ik moet lachen voor de mensen om me heen,
want ook al ben jij niet hier, ik ben niet alleen,
Ik moet me groot houden voor ieder die hier is,
ondanks dat ik jou zo vreselijk mis.
Ik mag niet huilen,
mag niet schuilen,
want de wereld houd an feest,
maar het was zoveel leuker als jij er ook was geweest.
Want zonder jou, is er iets wat hier niet klopt,
het lijkt alsof met jou dood de tijd is gestopt.
en toch gaat het leven door,
en echt ik ervoor.
om een te lachen, vrolijk te zijn,
een niet te denken aan alle pijn,
die jij mij aandeed,
toen jij jezelf uit dit leven sneed.
en nu...nu wil ik gaan,
maar ik wil niet dat mensen huilend aan mijn graf staan.
ik weet wat ik mensen aandoe als ik ga,
dat is de reden waarom ik nog besta.
En toch...toch had ik zo graag gezien,
dat jij nog een terugkwam misschien
zou ik lachen, misschien zou ik huilen
het enige wat ik wil, is in jou armen schuilen.
Om gewoon een bij jou te zijn,
dat lijkt mij zo fijn.
om gewoon weer met je te praten,
om mijn leen niet te haten.
Om het gat weer op te vullen, het gemis verdwijnt
als jij nou wat dichter bij schijnt.
maar helaas...dit alles kan ik slecht dromen,
want jij kunt niet uit je graf terugkomen.