Mijn vriend heeft de ziekte van advocaat
Een ziekte waarbij hij zelf nooit koorts heeft
Want des te langer hij tegen jou praat
Al hoe meer hij zijn koorts aan jou doorgeeft
Op elke afspraak komt hij steeds te laat
Maar blijf toch vriendelijk als ook beleefd
Als je bij de duivel te biechtte gaat
Is het dat je er naartoe hebt geleefd
Van een leugen is hij nooit uitgeblaat
Want de lakzegel ligt reeds aangekleefd
De euro van de vis rest slechts de graat
Waarbij de weegschaal dan de toga weegt
Doch laat gezegd wat daar geschreven staat
Lijkt de waarheid plots stilzwijgend doorzeefd
Vol droefheid groet ik nog even mijn maat
Wijl het woord verraad nu tussen ons zweeft