jij was bij mij
Ik bij jou
‘Na jou geen ander’
ja, dat zei jij
Lief
Spontaan
Geweldig
Ja, dat was jij
Uit. Over. Sluiten
Samen huilen
‘jou man zal de gelukkigste zijn'
ja, dat zei jij.
‘goede keuze?’
‘ja.’
‘anders wilde ik je terug’
ook dat zei jij.
‘Hoi’
…
‘hoi’
‘alles goed?’
.
jazeker, goede vrienden
jij een ander
ja, toch.
Als ik je samen met je ‘volgende’ zie,
Voelt het niet goed.
Ik wil je niet terug,
Ik heb geen spijt
Ik gun je alleen mijn vriendin niet.