Zomaar ging je weg,
ver bij mij vandaan.
Gek werd je hier,
je kon het allemaal niet meer aan.
Je ging weg en zei,
het is maar voor even.
Maar dat was gelogen,
want je bent er gebleven.
Nu zit ik hier dan te denken aan wat je zei,
met de vraag in gedachten houd ie nog wel van mij.