Mijn fiets
Nee, ze is niet hier.
Zij is een tijdje weg.
Zij is naar een plaats waar men haar kent.
Men zal haar met zorg omringen.
Ja, zij wordt er echt verwend.
Ik mis het koele staal, wanneer ik aan haar denk.
Soms weemoedig, maar vaak met veel plezier.
En wanneer ik haar lege plek zie, denk ik:
“Was zij maar hier.”
Binnenkort is ze weer terug, want ik ben haar niet verloren.
Ik zal haar dan nauwelijks herkennen.
En stralend zal zij laten weten.
Ik ben weer als herboren .