Mistverschijning:
De zon zakt langzaam in de zee,
De meeuwen stoppen met hun lied,
Voeten nog in het koude water,
Gloven die fluisteren: vergeet mij niet.
Haar haren wapperen in de wind,
Nou staat ze hier dan weer,
Door de zoute zeelucht omringd,
Staat zij met zonsondergang,
Hier telkens keer op keer.
Haar handen heft ze langzaam op,
Mist begint er langzaam te verschijnen,
Over de gloven en de zee,
Begint zij in de mist te verdwijnen.
Langzaam is ze er niet meer,
De nacht komt er al weer aan,
Maar met de ochtend staat ze er weer,
Om vrolijk weer naar huis te gaan.
Het riedeltje gaat als maar door,
Aan dit komt nooit meer een end,
Maar zij leeft hier eeuwig voor,
Ze is er aan gewend.