dromerig rood kleurt een avondrode zon
hoog in de lucht zweeft een mooie ballon
op zoek naar den einder op naar geluk
weet het gewoon dat het gaat niet stuk
blauw groen dreigt het water te verdelgen
wat uitspatingen der levens te verzwelgen
roekoet een duif op naar een onderkomen
grijnst een mens zacht genietent van zijn dromen
prietpraat een kleutertje echt als een kleuter
en dreint een dronkaard spelend met zijn leuter
boert een boer net zolang hij koeien heeft
en gaat het leven verder met wat jij er voor geeft
macht en duisternis beoordelen zichzelf en elkaar
zuchtend zeurt een amtenaar wat is mijn leven toch zwaar
heerlijk eet de hongerige eter van zijn lekkere dinee
broos trekt een moeder weer voor haar kind de portomonnee
bang danst de beer in de dierentuin zijn laatste draai
en zoekt een stille natuuraanbidder rust niet lawaai
gretig geeft een dichter zijn hart en gloort zijn beste gevoel
en weet hij weer dat dat was uiteindelijk zijn enige doel
klein en groot volgen het ritmische cirkeltje der levens
en slaat in het kort samen allerlei gekke gegevens
mag ik even lachen en weer op adem kunnen komen
zodat ik hopelijk weer mijn bloed zal laten stromen
helder klatert het beekje vol drap en vis en kikkerdril
en meet de brillenman om de hoek zijn nieuwe bril
klimt een kind lachend ondeugdend in de hoge boom
en komt uit vast en zeker een of andere jongensdroom
kleineert een keurig heertje zijn zielige drammerige hondje
en is het kwartje eindelijk gevallen voor een dom blondje
vrij als een vogel vladdert het open en zichtbaar groot
lekker blij en frank genereert het mensje zich bloot
en de rode avondzon geniet zichtbaar van elk tafereel
al ben ik het die dit zie al is het alleen maar visueel
22 07 2007 eva