Haat is het gevoel dat me nooit verlaat.
Het pompt mijn hart vol, het maakt me kwaad.
Woede is het gevoel dat me altijd rest ook al kan ik het missen zoals de griep en de pest.
Ik probeer het te negeren, ik probeer het te verdrukken, maar altijd zijn er van die stomme mensen die er in lukken,
om me verdomd serieus heel kwaad te maken,
om mij pissig te krijgen en mijn geduld te kraken.
Dit is het moment waarop mijn verbale afweer stopt.
Dit is het moment dat mijn mond zwijgt, maar mijn vuist terug klopt.
Ook al veroordeelt deze maatschappij me met een afkeurende blik, het kan mij niet schelen, ik maak mij er niet in dik.
Agressie wordt afgekeurd, maar psychologische vernedering wordt getolereerd.
Vuisten worden niet toegelaten, maar een scherpe tong wordt wel gegeerd.
Zijn het die lamzakken in grijze kostuums die fysisch geweld verbieden omdat ze zelf te laf zijn om op zulke manier weerstand te bieden?
Liever verkondigen ze woorden zonder echt belang,
blijven ze praten en praten al is het een ziekelijke drang.
Maar wat deze heren vergaten met hun gekakel als een kalkoen, is dat er steeds een tijd is van praten en een tijd van doen!
Dus laat ze mij maar veroordelen met hun zwakzinnig en karakterloos gepraat.
Wanneer het tijd is voor actie zal ik hun overwinnen zonder woord maar met daad!