Onder de treurwilg staart een man
leunend op zijn wandelstok
onafgebroken naar eenden
in de vijver bij het kruispunt
linksaf omhoog naar St. Mary’s
of misschien rechtdoor
naar Hoddington Arms.
Het is even na twaalf
en een vrouw bindt
haar rozen op.
Klokgelui trilt nog na
in mijn hoofd
als jij mijn hand pakt
en twee merels elkaar
toezingen.
De lucht is zwak van grijs
wind zwijgt. De dorpswinkel
gesloten. Over zijn stuur gebogen
zoeft een fietser voorbij.
Hij kijkt niet op of om.
Later die middag
treurt de wilg alleen gelaten
het water in de vijver rimpelt licht.
kornelis, 04.07.2007.