Een waterval,
schitterend in het bleke maanlicht
Diamanten druppel,
twee geliefden genietend van het uitzicht
Zachtjes zingen de krekels hun lied,
terwijl de mist komt opdrijven.
'heb geen angst...'
fluisterd het bos naar de twee vekleumde lijven
De wolken worden donkerder,
bijna zwart als roet..
Maar de geliefden blijven liggen,
omdat het mag en niet omdat het moet.
Verkleumd liggen ze daar,
gesloten ogen en een spierwitte huid.
Tegen elkaar aangekropen uit liefde,
wachtend tot het zonlicht hen weer insluit
Het word donkerder,
de laatste warmte word weggezogen.
De lucht is inmiddels zwart,
en het stel heeft nog steeds niet bewogen.
En opeens,
een wolf die in de verte huilt.
En langzaam werd het licht,
alsof de zon zich niet meer verschuilt.
Het masker valt af,
zij opent haar ogen en lacht.
Hij voelt zijn hart overslaan,
want dit is waar hij al die tijd op heeft gewacht
Het stel blijft liggen,
maar ze lachen elkaar tegemoet.
Het stel kruipt dichter tegen elkaar aan,
maar omdat het mag en niet omdat het moet.