Het kevertje is toch zo lief
denkend aan mijn hartedief
Hij fladdert soms wat in het rond
trillend komt hij van de grond
Zijn vleugeltjes wijd uitgespreid
vrolijk op mij neergevlijd
Dan tel ik al de stippeltjes van zijn rug
vliegt hij weer naar zijn bloempje terug
Glanzend vladdert hij dan weer heen
en zit ik te kijken, heel alleen
Zie zoveel moois nog steeds dichtbij
ja, het zingt nu weer in mij
Zomerkolder in mijn kop
wat is het Leven top