in een verlaten liefde
slaapt een bed voor twee
gekreukt de lakens
geen kussen opgeschud
de poten staan te dromen
de klamboe zweeft zacht mee
de zuchtende wind
verlangt te spelen met spinrag
vind de draadjes in een hoek
raamkozijnen schuren
kraken, piepen net als planken
die de vloer bedekken
en de muren zwijgen stil
de kaarsen op, het vet gestold
de deuren dicht en
niemand die het weet
verlaten ligt de kamer
tussen huizenblokken
die de eeuwen nog doorstaan
het zolderraam bedekt met blad
het licht verraad de kieren
in het dak
tussen muizen die hun nesten vullen
liggen de restjes foto
vergeeld en oud, allang vergeten
in het donker, lijkt te rusten
zijn geheim ligt goed verborgen
hoort het zingen van de bomen
zacht de stemmen van beneden
verborgen achter schotten
deinsen de lakens mee
op het spelen van de trommels
slaapt hier het bed voor twee