Alles om mij heen vervaagt.
Ik zie de bloemen en hun kleuren,
Opgaan in het grauwe van mijn gevoel.
Ik zie de zon stralen,
Maar de stralen geven kilte en missen zo hun doel.
Ik zit even diep,
En zoek naar de uitgang.
De uitgang van mijn verdriet,
Ben bang.
Ik weet zeker dat voor mij die deur wel open staat.
Als ik maar de zonnestralen in mijn hart weer toe laat.
Maar ik moet door die grauwe bladzijde heen.
En daarin voel ik me heel eenzaam en alleen.
Ook al heb ik mensen om me heen die me steunen
Waarbij ik op hun schouder mag leunen.
Daar zal ik altijd dankbaar voor zijn.
Maar is toch mijn eigen pijn.
T'komt wel weer goed met mij.
Met zovele dierbare aan mijn zij.
Kleuren zullen ook mijn leven weer glans geven.
En de zon mij weer verwarmen dat is mijn streven.