Zachtjes, gaat de wind
Door de boom, voor het raam.
De maan schijnt stil,
En langzaam naar binnen.
Hier zit ik, in de manestralen.
Te denken, aan de toekomst.
Een toekomst, zo onzeker,
Want je weet niet, wanneer je
Gaat. Misschien is dat ook
Maar beter. Maar nu, ik wil geen
Plannen maken voor iets
Waarvan ik niet zeker weet
Of ik het ga beleven.
Zachtjes, gaat de wind
Door de boom, voor het raam.
De maan schijnt stil,
En langzaam naar binnen.