Vele keren vragen,
Zonder antwoord dat ik kan verdragen.
Elke keer weer die woorden,
Die bij mij hoorden.
Waar blijft nou toch dat ene antwoord?
Wat bij mij en jou hoort?
Wanneer nou toch die ene zin?
Voor dat ene begin?
Wanneer verdwijnt de tijd?
Die ons van elkander scheid?
Wanneer zie jij door mijn ogen?
Dat mijn woorden rechtschapen zijn, en niet gelogen?
Waar zijn de woorden,
die ik hoorde?
In mijn dromen,
ver van hier.