Uit de nacht zal hij herrijzen,
De slechtheid om zijn slechtheid prijzen.
Hij zal als een muur opdijnzen,
en hatelijk naar liefde en blijdschap grijnzen.
Als een vuist komt hij neer op alles wat goed is
Hij beweegt zich over de wereld zo behendig als een vis
Het is de duisternis zelve
En zal alle goedheid met zijn kracht bedelven.