Vroeger
Mijn woorden kwamen zomaar
uit mijn mond.
Mijn woorden waren
de waarheid.
De fantasie bestond in mijn hart.
Het gevoel kwam uit
mijn adem.
maar ik weet niet wat gebeurde,
ik weet niet wat er was.
Wat moest ik geloven.?
Wat moest ik doen?
alles werd gewist
en alles verdween.
weg hart
weg verbeelding
weg adem
geen gevoel
gedaan met woorden.
een leeg blad
u woorden
die waar waren
u woorden,
u ogen,
die logen