Met je goudgelen hart,
heb je het mijne gestolen.
Je geuren verleiden me,
de kleuren verblijden me.
Kronkelend spelend,
de bladeren ooit gevangen
in een broze kleine knop
Nu echter bloei je volop.
Je ranke groene steel
steekt diep in de glazen vaas.
In helder water gestoken.
ben je tot wasdom ontloken.
Tezamen met een vijftien anderen
bevolk je de glazen stolp en
geef je kleur aan mijn woning,
maakt dat ik me voel als een koning.
Gele roos, je warme kleur
straalt me tegemoet en roept
me op te zingen en dansen,
en wederom zie ik duizenden kansen.
De randen van je bladeren
zijn donkerrood getint.
Geven dimensie aan je schoonheid
nog ver weg is je vergankelijkheid.
Gele roos, je zoete geur
voorziet me van nieuwe dromen.
Terwijl ik in gedachten wals
zing ik een lied, helaas wat vals.
Uiteindelijk is helaas ook jouw
Glans verdwenen en je gele kleur
is veranderd in sober bruin waarna jij
de groenbak ingaat en het water in de tuin!