Mijn hoofd doet niets dan tollen,
mijn nekwervels doen pijn,
maar neem van mij aan,
dat ik niet eens vrij wil zijn
opgesloten achter geen slot maar grendel,
en het is geen moeite om te gaan,
maar zodra de grendel wentelt,
valt killigheid mij aan
dit kom ik niet te boven,
hier stopt het echt voor mij
je moet maar eens geloven,
dat ik de waarheid zei
ik fluisterde in je oor,
zachtjes schreeuwend van genot,
je had me niet metteen door,
dit is mijn verdoemde lot,
je moest maar eens onder ogen zien,
dat ik
een gedicht,
woord per woord,
ongeacht de soort,
je brengt me dichter bij de dood