Het leeft
dat was een conclusie die ze trokken
onverschrokken vrouwen van de nacht
plooirokken hingen opgetrokken nog
op wacht voor degene die hen onheil bracht
Ze voelden aan haar lippen dat het leven
haar zou ontglippen als er geen plan werd
uitgestippeld om het aan te wakkeren
het arme stakkertje lag verder weg te zakken
een van hen schroomde niet en verliet
de plek des onheils met een botte bijl
verried de verblijfplaats van de anderen
niet en verstopte zich tussen het hoge riet
Ze zag niet eens dat het al te laat was
kaars van de dame al uitgeblazen as
dit een fase van overdragen van gedag
was geen eerwraak van pas kwam maar gezag
Zwijgend zittend in ijskoude aarde was het
de woede die even bedaarde terwijl de
doorbloede nacht opklaarde en de morgen
haar lichaam omarmde en het opwarmde
Opgestaan en ze was teruggegaan naar
de vriendinnen die rekenden op haar, en
een trofee, hadden met haar hervonden
bewustwording geen medelijden mee
Was ze zelf nou een slachtoffer van onvrede
of bestaat er in het heden geen reden
Waarin het ongelijk dat ze bestreed
Geheeld en werkelijk gerechtigheid betekend
Daar waar ze lag was precies dezelfde plek
De scheur in het rood leek dezelfde nek
Haar jurk een grote scharlaten vlek en zeg
nou zelf: verdient oprechtheid echt respect
Het sterft