Een meisje op straat
grimmige schaduwen strijken langs haar heen
de gure wind vliegt om haar heen
striemende regenvlagen slaan in haar gezicht
het is precies
zoals zij zich voelt
stormachtig en mistroostig
kon zij maar zo zijn
als het meisje uit haar droom
vrolijk en zonder zorgen
als een vogel die zweeft op een zomerbries
als een roos die zich uitstrekt naar de zon
luisterend naar de kabbelende zee van zorgeloosheid
dan blijft zij in het schijnsel van de maan staan
ze luistert naar de storm en de voorbij razende auto's
geen zomerbries, geen zon, geen zorgeloosheid
alleen maar die zorgen
maar ooit, ja ooit, zal zij zo zijn als het meisje van haar dromen