Het kleine wolfje was moe van het spelen.
Hij stopte even om te geeuwen.
Hij wilde zijn oogjes niet dichtdoen.
Want hij wist als hij ze weer open zou doen.
Alles weg zou zijn.
Alles was hier zo fijn.
Langzaam vielen zijn oogjes dicht.
Hij was voor de slaap gezwicht.
Toen hij weer wakker werd de dag daarna.
Was hij weer alleen naast zijn dode ma.
Het was een droom geweest.
Dat hij in de hemel was geweest