Laat me wonen in je luchtkasteel.
Laat me laven aan je beker.
Jouw luchtkasteel zijn mijn muren.
Dromen die ik neerzet op papier, je kan ze voelen, ruiken.
Woorden worden vast, tastbaar, je kan ze verscheuren.
Jouw gedachten zijn mijn beelden.
Die ik houw uit het hardste graniet.
Ze worden zacht door vele aanrakingen.
Blijven geloven is mijn leven.
Samen met anderen
Drinken van hetzelfde licht
Dat achter je ogen ligt.