Jij schreeuwde om een beetje aandacht, hopeloos.
Wat moest ik de cycloop met een twee glazen bril.
Ik werkte aan mijn brosse eierschalen toekomst, die ik met een moker zocht.
Dat mijn victorie jou de kop insloeg, verzoop ik avonds in de kroeg.
Tot ik begreep, wat heeft een stomdove polyglot aan honderdduizend talen.
Nu wenk ik jou, jij merkt het niet, omdat de cycloop met een twee glazen bril niet ziet.