Afscheid
Een bloem bij de urne in een columbarium.
Een verweesde hond bij een pas gesloten graf.
Het zijn tekens van tederheid in een stadium,
wanneer het leven terug gaat naar af.
Het doet mijn gemoed zwellen,
wanneer ik die kleine dingen zie,
waarmee de mensen hun gebaren doen tellen,
om te tonen hun genegenheid omtrend die
Uit het leven is weggenomen.
Voor altijd in Gods vaderhuis.
Niemand kan eraan ontkomen.
De herinnering is zacht als een pluis.
Maar als dat moment dan gekomen is,
en men definitief afscheid moet nemen,
na een kerkelijke begrafenis,
sta ik vaak bij diegenen,
die de doden hun leven lang hebben liefgehad.
Ik kan hen niet troosten, maar nadien,
krijg ik vaak een inzinking, of ga ik van mijn pad.
Voel verdriet en smart en mischien,
is dat een troost voor nabestaande.
Dat zij niet alleen staan met hun verdriet.
Maar dat ik dienaangaande,
mee huil, ook al ziet men het niet.