de aarde kreunt
nu reeds weken
onder de loodzware hitte
die op ons allen weegt.
oeverloos ver reikt de immerblauwe lucht.
planten laten hun bladeren hangen,
snakkend naar een druppel water.
de bomen reiken fier nog in de hoogte,
met hier en daar al een beetje bruin,
biddend om wat vocht.
maar zie, in de verte
de aankondiging reeds
van een nakende verandering.
snel opkomende wolken
bouwen zich op tot zwarte torens
tot niets herleidend de gouden zon.
de verlossing barst los
in een grote slag, door
lichtflitsen omgeven omhelzen
de zware regendruppels de uitgedroogde aarde.