Terwijl ik door het raam naar buiten kijk, wordt mijn hart verwarmd door emotie.
Het is zo prachtig, de wind die de toppen van de heerlijk groene struiken streelt,
de zon die zijn stralen over de daken laat glijden en bladeren laat glinsteren, tot de
helderblauwe hemel met de suikerspinwolkjes... Ik zucht en geniet van dit bovenaardse paradijs.
Ontroerd kijk ik naar het asfalt, waar ik mijn voeten o zo graag op zou zetten en de warmte voelen.
Ik zet het raam open. Zuivere, verse lucht dringt de kamer binnen. Je voelt de puurheid van deze dag op je huid.
Dit is een moment dat voor eeuwig het mijne zal zijn, nooit zal iemand het van me kunnen afnemen.
Mijn dunne ondergordijntjes deinen op en neer, gestuurd door de wind die over mijn gezicht streelt.
Is het mogelijk, om gedachten te stelen? Ik volg met mijn ogen de trage bewegingen van een vogel die langzaam
overvliegt, drijvend op dezelfde lucht die ik inadem. Het zoevende geluid van de voorbijkomende bus wekt mij uit mijn
dagdroom, en als ik uit het raam kijk, is alles weer normaal...