Het is eenmaal te warm eenmaal te koud
Wij voelen ons te jong dan weer te oud
Mensen zijn toch altijd ontevreden
Praten er maar op los zonder reden
Nu de zon een paar dagen prachtig schijnt
Is het de boer die al om water kwijnt
Het brandgevaar nog maar juist geweken
Kan er al overstroming uitbreken
Sneeuwt het zich in de zomer eens gans wit
Wordt daar in de winter over gevit
Met de kerst en de sint in de winkel
Bij wat laat uitstervend Paas gerinkel
Zo vliegen al die jaren thans voorbij
Naar eigen dunk en advocaterij
Alsof de wereld plots draait andersom
Voor mensen gans rijk maar als dier heel dom