Zeg niet dat ik niet lief kan hebben
of was je al vergeten; hoe ik de sterren stil liet houden
(boven de jade zee, die ik gevuld had met pareltranen,
voor jou gehuild uit een ongekend geluk)
en dat wij dat wij dagen hebben verdroomt
-tot roze wolken suikerspinnen–
slechts door het staren in elkanders ogen,
nee, dat viel toch nimmer te ontkennen?
Wij bekrachtigden slechts de theorieën over liefde,
want voor jou alleen verliet ik de barrières van mijn hart
-die ik versterkt had met minachting en verbittering–
om in jouw woorden van vertrouwen uiteen te vallen
~tot duizend suikerharten vlinders van geluk~