Gedachten dwarelen,
bewegen,
stromen.
Gevoelens wellen op.
Alles komt en gaat.
Nemen en weer loslaten,
steeds opnieuw.
Zoals de golven van de zee.
Geruis op de achtergrond.
Alles bevindt zich in het donker.
Ik sta in het licht.
Schimmen sluipen.
Ze ruiken de angst.
Ze grijpen me,
overmeesteren me,
overheersen me.
Nu sta ik in het donker en zij in het licht.
Laat me meeslepen door de stroom van het water.
Laat met niet meer denken,
Laat me niet meer voelen.
Laat me zweven op het water.
Vluchtend van niemand minder dan mezelf ga ik deze wereld in en uit.
Stoppen doet het niet.
Tijd bevriest.