Oorlog en liefde
Zij was vijand noch gevaar
maar toen ik haar zag, die eerste keer
ik - veroverd en bezet
Alsof napalm mijn borst bestookte
de hitte van mijn hijgend hart, alsof
het slagveld van strijd nog rookte
ik woord noch blik gesproken had
Moed als muiterij, mijn mond ontvlucht
taal als tucht, sprak ik op rantsoen
voor vijandelijk vuur nog nooit gevlucht
haar stem als smet op blank blazoen
Maar tijd die strijd met lengte voedt
bracht ons meermaal in duel, en gelijk
rang voor meerder buigen moet
negeerden wij langzaam, elk bevel
De legers van het verlangen beschoten
de bunkers van het geduld, tot
met witte vlag, vrede werd besloten
was verweer niet meer met kruit gevuld
En alsof bevrijding als snoep op lippen lag
bekuste ik, al dat zoet
oude fouten en herinneringen, sans gezag
in een slag van staal noch bloed
F.