Laat het wel wezen dat ik niet moord maar huur
een paar kamers in de achterbuurt
waar een slingertrap leidt naar de ruimte
dat volgepakt is met koffers en affiches van haar
Natuurlijk schiet ik niet raak heb dat amper gedaan
waarom ben je hier vroeg ze je weet het is voorbij
de liefde is als een bloem als je de blaadjes afpelt
is het over net zoals tussen jou en mij
Ik ben geen zee of een windmolen op het land
die haar wieken maar laat draaien en draaien
alles dat dor en afgestorven is weer vruchtbaar maakt
net zoals het lijmen van een houten boot
Alleen zijn is als een foto waarvan
alleen het negatief van is afgedrukt
nog eventjes haal ik garen over het wiel
en spin haar naam vakkundig
In het zijdelaken van een tweepersoonsbed