8h47
We zitten naast elkaar
Op een blauwe steen
We staren naar elkaar
Allebei
Eén oog half dichtgeknepen
Door het straffe zonlicht
Zij met
een grappig hoedje
en een lichtblauw topje
Ik met
Een petje van Hard Rock Café
En een T-shirt van U2
Onze handen op
Een paar centimeter
Roerloos
En dan…
8h48
Ik smelt…
8h49
Zij smelt…
8h50
Mijn vingers worden vloeibaar
De hare ook
En langzaam
Tergend
Lopen onze toppen
In elkaar
8h53
Steeds verder
Smelten we
Onze armen worden gestreeld
Door onze vingers
Onze schouders
Onze nek
Onze kin
Onze lippen
8h59
Mijn natte vingertop
Kriebelt zacht
Haar lippen
Mijn natte lippen
Kriebelen zacht
Haar vingertop
9h00
Onze lippen worden week
Wak
Ze stromen
Van ons lichaam
En vinden elkaar
Een eerste kus
9h03
In al onze
Liquiditeit
Vermengen we verder
9h05
We spoelen
Nee, we stromen
meer in elkaar
Ik vind haar buikje
Haar zij
Ik meander
Tussen haar borsten
Ze vindt mijn buikje
Mijn borst
Mijn haar
Ze ebt
Vlechtjes in mijn haar
9h09
Ik vloei
Langs de oevers
Van haar dijen
Mijn vingers
Druipen langs
Haar bekken en
Vinden haar
Warme binnenste
9h13
Zij vloeit
Langs mijn navel
Op mijn buik
Haar vingers
Missen net
Mijn bekken en
Vinden mijn
Warme buitenste
9h19
We zijn haast water
We lossen
In elkaar
Op
We vinden
Elkaar
Zachtjes
Traag
Zo
Onverwacht
9h24
Niemand
Vraagt zich af
Hoe al dat water
Liggen blijven kan
Op die blauwe steen
9h25
Is dat belangrijk?
9h30
Het onderscheid is
Niet meer
We zijn één
We
Lopen
Komen
Zijn
Klaar
9h32
Na
Hijgen
Zuchten
Genieten
9h33
Het water
Splitst
Echter niet zonder
Bij elke kleine beweging
Lief
Teder
Met rimpelgolfjes
Het andere water
Lief
Teder
Te
Kozen
9h41
Steeds verder
Stollen we
Onze lippen worden gestreeld
Door onze schouders
Onze ken
Onze nik
Onze varmen
Onze ingers
We krijgen
weer vorm
9h44
Onze toppen lopen
uit elkaar
Tergend
Langzaam
Haar vingers worden vast
De mijne ook
9h45
Zij stolt…
9h46
Ik stol…
En dan…
9h47
Onze handen op
Een paar centimeter
Ik met
Een lichtblauw hoedje
En een topje van U2
Zij met
Een grappig petje
En een T-shirt van Hard Rock Cafe
Door het straffe zonlicht
Eén oog half dichtgeknepen
Allebei
Staren we
Op een blauwe steen
Naast elkaar
Epiloog:
Een ware ontdekking
Dat ook
Na het stollen
Een deeltje van mij
In haar hart
En een deeltje van haar
In mijn hart
Voor altijd
Achter
Blijft