Ze wordt gestreeld
Zacht, maar dwingend
en ze vraagt zich af
Is dit nou liefde?
Is dit nou fijn?
Is dit nou zo prettig?
Hoort dit echt zo te zijn?
Maar het gevoel van ongemak
daalt steeds erder op haar neer.
Haar adem stokt en kan niks zeggen
en lucht krijgt ze al helemaal niet meer.
Er wordt geschreeuwt, gegilt
maar niet door haar.
Zij ligt er maar levenloos bij
en voelt geen enkel gevaar.
Ze geeft hun haar liefde,
ze geeft hun haar zijn,
ze geeft aan hen die nemen,
ook al doet het haar zo'n pijn.
Ze wordt weer gestreeld,
ruw, door een grote hand.
Dit is niet goed!
zegt haar gezonde verstand.
Dit is geen liefde!
Dit is niet fijn!
Dit is niet prettig!
Zo had het dus niet moeten zijn!