Zo vallen Engelen
O Vader, luister, mijn belijdenis
nu mijn hart zo heiden is..
Voor ‘n eenling als ik komt de dwaling als een gunst
een breuk in de nooit aflatende stilte
zoals soms het ontzag voor het aanblik kunst
het rumoer bedaard, zo confronterend
met de werkelijkheid
Maar altijd was daar weerstand en nobel
droeg ik de lasten van mijn lot, gelijk de uwe
maar Vader, ik ben mijn overtuiging kwijt
is het niet het geloof
maar de vrouw, die ik nu beijver
Want zat ik daar op mijn kleed in diep gebed
vergiffenis te vragen voor al mens
raakte ik plots bevangen door een geur
zo rein als wijwater en zo vol
als de roos
En nog eer de ik wereld van zonde had gered
was de geur verdwenen en zag ik haar
O Vader, ik zag haar dijen en verscheurde
mijn pijen, en zo naakt als mijn huid
zo open werd mijn hart
Zij draaide zich naar mij om, en alsof
ik door hemelvuur werd getroffen, zo kromp ik
ineen van ongeloof. Haar gezicht zo schoon
en haar boezem, o haar boezem, zo fijn
dat ik vurig wenste de hare te zijn
En zij zag mijn liefde, niet mijn schaamte
en eendrachtig ontdeed zij zich van de hare
en toen beminde ik haar
want in droom was zij mijn vrouw
en de kunst..
Nu Vader dit is mijn biecht en ik vraag
geen vergeving, zelfs geen begrip
want in deze zonde wilt de eenling maar graag geloven;
eens het Halleluja te zullen zingen
samen, op het liefdesschip
F.