Er was eens ….(zwartgallig sp(r)ookje)
Een dwaallicht met haren als ebbenhout
Al vervloekt voor ze was geboren
Dwalende in het duister woud
Zielloos en voorgoed verloren
In haar ene hand een sigaret
In de andere een glas vol drank
Niemand die dat haar belet
Ze giet zich vol, zonder wanklank
Spinrag bedekt haar vleugels
Eens zo mooi, nu de schoonheid voorbij
Roekeloos viert ze de teugels
Het einde van haar vlucht maakt haar vrij
Ze had die grote boom daar wel gezien
In haar ogen glom de waanzin en de gekte
Ze voelde geen twijfels bovendien
Zelfs niet, nu haar groen bloed langs de stam lekte