De bloemen, die heeft zij gekust
met rood fluwelen mond.
Bracht bomen toen in diepe rust
en zaaide bladeren rond.
De wolken heeft zij aan een lint
als kraaltjes aangeregen;
hetgeen zij in haar haren bindt;
door gouden gloed omgeven.
De maan heeft zij als een ballon
rond haar pols geknoopt
en heeft zo, stralend, ster en zon
van alle pracht beroofd.
Auteur: Sirena | ||
Gecontroleerd door: Anastacia | ||
Gepubliceerd op: 24 januari 2006 | ||
Thema's: |