Te lang, was ik aan het zoeken,
vinden deed ik niet.
Ik had het opgegeven,
voor mij geen man in dit leven.
Toen kwam jij,
ik zag je niet staan,
maar ineens was je dichtbij,
en kon ik je niet meer laten gaan.
Ons bestaat inmiddels niet meer,
want voor de zoveelste keer,
doet de ander eerst mij zeer.
Hoe moet ik straks iemand vertrouwen,
leren van iemand te houden,
als ik steeds alleen wordt gelaten,
zonder iets in de gaten,
te hebben van wat je met me doet,
en ik weet ik moet,
verder met mijn leven,
want ook ik,
kom vast een 'ware' tegen.