Een snoer van schelpen:
huisjes, wegens sterfgeval gesloten.
De weke slakken, kleintjes en ook groten,
zijn gegeten en verteerd.
't Omhulsel duurt nog voort en
wordt door de toeristen soms begeerd.
Er worden dan wat gaatjes in geboord.
De schelpen prijken daarna,
velen aan één draad,
daar,
waar de kin in glooiing over gaat.
Vervangen daar de kralen of het kruisje,
glanzend, klein en groot,
op 't vrouwelijke bloot.
Hun tintjes, zachtpastel,
passen zo wonderwel
bij 't vrouwelijke vel.
Toch is 't in feite schroot,
want dode slakken
komen nooit meer uit hun huisje.
Auteur: Huub Hoek | ||
Gecontroleerd door: Anastacia | ||
Gepubliceerd op: 06 januari 2006 | ||
Thema's: |