Geef me de tijd om verdrietig te zijn; ik draag geen zwart, maar ik rouw, want steeds stierf een stukje van mij. Je zegt me steeds niet om te kijken maar uit te zien naar wat er komen gaat. Ik wil graag mijn blik voor me richten, maar kan niet nalaten af en toe om te zien naar wat achter moest blijven. geef me de tijd om opstandig en boos te zijn, misschien soms zelfs wat onredelijk te zijn. Want wat me overkomt is zo onredelijk. Het komt niet op een presenteerblad voorbij waartegen ik kan zeggen: "nee, dank je wel". Ik heb het maar te nemen. Zo wrang het is van behaagelijke warmte in ijzig koude stappen, zo wreed is het in dit leven te glijden. Geef me de tijd om me aan te passen. Het wordt niet minder koud naarmate je langer buiten bent, maar je gaat de kou verdragen. Omdat ik harder moest remmen dan verwacht, beuken mijn dromen op elkaar kapot als auto's in een kettingbotsing; maar ik lijd meer dan die blikschade. Ik weet dat ik gelukkig kan zijn, maar......geef me de tijd.