Flitsende beelden.
Verontrustende gedachten.
Ik sterf.
Bloedende polsen.
Rode messen.
Ik bid,Ik gil en ik schreeuw
maar niemand schenkt er aandacht aan.
Mijn gedachten beginnen een eigen leven te
leiden.
Geboeide rozen.
Vergrendeld hart.
Ik sterf.
Mijn pijn neemt toe,Mijn ziel spat
uit elkaar.
Ik gil,bid en schreeuw.
Beelden blijven verschijnen.
Woorden blijven fluisteren.
Ik dacht dat ik al dood was,maar ik
sterf alsnog.
Koud.
Levenloos.
Alleen.
Verloren.
Ik sterf.
Deze heb ik zelf geschreven en deze hieronder ook.:$
Lange,donkere,verwarde schaduwen vliegen
langs en om my heen.
Naarmate ik dichterby de grafzerken kom worden
ze groter en gevaarlijker.
Allemaal verloren zielen die rust willen.Een voor een
horen ze nergens thuis.
Mijn voetstappen zakken weg in de moerassige grond en
laten voetafdrukken achter,duidelijk zichtbaar voor
diegene die mij volgt.
Lezend loop ik langs de graven.Huiverend by al die gevoelens
draai ik me om.
Mijn ziel schreeuwt,mijn hart bloedt.Maar niemand merkt het.
Opeens hoor ik mezelf gillen,de schaduwen worden donkerder en
ik gil en gil.Mijn ogen willen niet dicht.Mijn gedachten willen het niet
bevatten.Langzaam laat ik mijn vingers over de inscriptie gaan.
Denkend dat ik droom lees ik de naam.Gillend besef ik dat ik naar
mijn eigen graf kijk.Gillend besef ik dat ik tevens een verwarde,donkere
verloren schaduw ben.
Ijskoud en levenloos zak ik op de grond.
Mijn leven.,Mijn dood.
Hoe kon ik niet zien dat mijn leven geen leven was?