Herfst,
Het is herfst,
De bladeren vallen van de bomen.
bladeren dwalen over straat,
Niet wetend waarheen.
Van links naar rechts,
In regen en zonneschijn.
Ze zoeken een weg,
Een weg om rust te vinden,
Om langzaan te verteren.
Kinderen pakken ze van de grond,
Hebben er plezier mee.
Willen er wat leuks mee maken,
Een herfst stukje of wat anders.
Sommige zijn er niet goed genoeg voor,
Of worden niet gezien.
Die baadjes dwarrelen verder,
Verder naar een onzekere toekomt.